Project Emissiearme bedrijfsvoering
voor de grondgebonden melkveehouderij

PROJECT


NIEUWSBERICHT, oktober 2023

Onderzoeksteam Emissiearme bedrijfsvoering presenteert eindresultaat:
Weidegang en laag ureum borgen ammoniakreductie
“Wat er niet in komt, komt er niet uit” is een veelgehoorde uitspraak als het over stikstofaanpak gaat. Onderzoek wijst uit dat al het ureum in de urine van de koe wordt omgezet tot ammoniak. Concreet betekent dit dat elke 5 gram urine-ureum een hoeveelheid van 2,8 gram ammoniak vormt. Bij weidegang vindt primaire scheiding van mest en urine plaats, dat verhinderd vorming van ammoniak. Binnen het project Emissiearme Bedrijfsvoering zijn alle mogelijke managementmaatregelen onderzocht die ammoniakuitstoot beperken. Uit het onderzoek is gebleken dat weidegang en sturen op ureum de meest effectieve, haalbare en te borgen maatregelen zijn op grondgebonden melkveebedrijven. Het projectteam presenteert een wetenschappelijk onderbouwde reductietabel voor ammoniakemissie op basis van ureum en weidegang.
Het melkproductieniveau van de koe heeft geen invloed op het ureumgehalte in de urine, zo blijkt uit de studie.
Het project Emissiearme bedrijfsvoering is een initiatief van Boerenverstand, WUR, Universiteit Leiden en Netwerk GRONDig. Het is gefinancierd door het ministerie van LNV.

Opzienbarend
In een tijd dat technische stalaanpassingen onder druk staan door tegenvallende resultaten op het gebied van ammoniakemissiereductie klinkt er juist optimisme vanuit de hoek met de focus op bronaanpak. Tot nu toe werd de relatie tussen ureum en ammoniakemissie wel aannemelijk gemaakt, maar onvoldoende hard. Dankzij meerjarig onderzoek is aangetoond dat sturen op ureum in de urine betekent sturen op minder ammoniakvorming. Een aanpak bij de bron. Tankmelkureum is hierbij het kompas. Het eiwitpercentage in het voer heeft een direct effect op het ureumgehalte. Daarnaast hebben deelnemers aan het onderzoek laten zien hun koeien meer dan gemiddelde weidegang te bieden. Dat betekent minder mest opvangen, dus minder stalemissies, en minder mest uitrijden, dus minder veldemissies. De combinatie van laag ureum met veel weidegang zorgt voor forse reductie van ammoniak.

‘Dankzij meerjarig onderzoek is aangetoond dat sturen op ureum in de urine betekent sturen op minder ammoniakvorming.’

40 kg NH3 per hectare is emissiearme bedrijf
Frank Verhoeven: ”Wanneer op melkveebedrijven niet meer dan 40 kg NH3/ha/jaar wordt uitgestoten vanuit stal- en veldemissies, is dat een reductie van 30% ten opzichte van het landelijk gemiddelde en voldoende om in het overgrote deel van Nederland de stikstofdoelen te halen. Een melkveebedrijf dat in totaal 40 kg NH3/ha/jaar (of minder) uitstoot vanuit stal- en veldemissies classificeren we als een emissiearm bedrijf.”
Met de reductie -en borgingstabel als resultaat van dit onderzoek ligt het in de lijn der verwachting dat de Emissiearme bedrijfsvoering als zodanig wordt erkend door de overheid. Voor de grondgebonden melkveehouder een manier van boeren met toekomstperspectief.
dr Yvonne Verbeek: “Urine-ureum hoeft slechts met een klein beetje urease (uit bacteriën in mest) in contact te komen op een stalvloer en dan vervliegt het als ammoniak.”

BOERENVERSTAND en Netwerk GRONDig streven naar een EMISSIEARME BEDRIJFSVOERING op grondgebonden bedrijven als brongerichte aanpak voor de opgaven klimaat, waterkwaliteit en stikstof. Daarbij dient deze bedrijfsstrategie tevens als verdienmodel voor de melkveehouder, namelijk een betere benutting van eigen resources betekent ook lagere kosten. Plan van aanpak is de strategie om bedrijfsprocessen, die bijdragen aan de emissieopgaven, inzichtelijk te maken (KPI’s), wetenschappelijk te borgen en uit te dragen naar het peloton van grondgebonden melkveehouders. 

Het project heeft een looptijd van november 2020 t/m januari 2024..

KERN VAN HET PROJECT:
meer inkomen voor de boer door minder inputs én daardoor minder emissies naar het milieu. Dat is de kringlooplandbouw zoals de KOPLOPERS dat al jaren in de praktijk laten zien. Hun werkwijze biedt oplossingen voor stikstof, klimaat, water, bodem en biodiversiteit, maar ook voor de boer zelf. Dit project beoogt het in beeld brengen van die koplopers, hoe scoren zij op een set van integrale kringloop-KPI’s? KPI’s die zijn voorgesteld door Erisman & Verhoeven en die nu in een 1.0 versie beschikbaar zijn voor de melkveehouderij. Hoe scoren de bedrijven economisch? Welke inspanningen zijn nodig om deze KPI’s verder te verbeteren? Het verhaal van de boer achter deze cijfers is tevens van groot belang mee te nemen. Want hoe geven deze bedrijven vorm en inhoud aan het optimaal benutten van hun eigen resources? Hoe bereiken ze deze prestaties precies? Wat zijn hun tips en tricks voor andere bedrijven? Hoe denken zij over het meten van bodemgezondheid en biodiversiteit? Daarbij ontwikkelen wij samen met hen een voorstel voor het meten en borgen van een emissiearme bedrijfsvoering. We onderzoeken in dit project hoe de vertaling gemaakt kan worden naar beleid en wat de beste (communicatie)strategie is voor opschaling naar alle grondgebonden boeren. 









Het project wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit